Het verhaal bij Coalport door Franklin Mint

Het Coalport vingerhoedje is een miniatuur kunstwerkje, gedecoreerd met een porseleinen roos van het tere soort, met de hand gemaakte bloemversieringen waarom dit porseleinhuis sinds jaar en dag bekend staat.
De firma dateert uit het einde van de 18de eeuw toen er twee porseleinfabrieken waren aan de rivier de Severn bij Coalport in de provincie Shropshire.
Eén ervan behoorde aan John Rose en heette Rose Blakeway & Co.
Uit oude stukken blijkt dat de prins en prinses van Oranje de fabriek in 1796 hebben bezocht, dus vermoedelijk bestond de firma toen al enige tijd.
De producten uit de beginperiode van deze firma zijn moeilijk te herkennen omdat ze voor 1805 geen merkteken droegen en dikwijls naar Bristol of Londen werden gezonden voor decoratie.
In 1820 werd de medaille van de Society of Arts aan John Rose toegekend voor zijn lood vrije veldspaat glazuur.
In de periode die daarop volgde had veel van zijn porselein als merkteken een cirkel met de woorden "Coalport Feldspar Porcelain”.
In datzelfde jaar trad de schilder William Billingsley tot de firma toe waarna het schilderwerk en de versiering dat op de fabriek werd gedaan, duidelijk blijk gaf van zijn verfijnde talent en vakbekwaamheid.
Aan het begin van het Victoriaanse tijdperk stond Coalport reeds wijd en zijd bekend om zijn natuurlijke bloem decoraties. De vazen, mandjes en kannen in rococo stijl, die ook onder de naam Coalbrookdale bekend stonden, vormden jarenlang het merendeel van de produktie. Coalport behoort nu tot de Wedgwood Groep en zet de productie van de zo bewonderde traditionele ontwerpen in fijn beenderporselein voort.