Home
De tweede pagina
De verzameling
Nederland
Namen
Reclame
Het verhaal
Bedankt
Wat ik zoek
Dubbelen
Boeken
Links
Sitemap
Gastenboek
Save page
Contact
| |
Verhalen
Vianen 1698, door Henny Holthuizen
Als u op de T.C.l.
Convention in Des Moines was in augustus of van de partij was tijdens het
Vingerhoed Vrienden Weekend in oktober 1986, dan heeft u ongetwijfeld ook de
lezing van Henny Holthuizen gehoord.
Een deel van zijn lezing ging over de vroegere vingerhoed makers in Nederland,
een verhaal dat hij bij toeval ontdekt had.
Dit verhaal gaat niet zozeer over hoe ze vingerhoeden maakten als wel een blik
in hun dagelijks leven.
Dit heeft ons veel belangrijke informatie opgeleverd die wij u via "De
Vingerhoed" door willen geven: Vianen 1698 door Henny Holthuizen.
Een deel uit "Vingerhoed erfgoed uit Nederland".
Tot ons erfgoed behoort ook het doorgeven van verhalen.
Een van deze verhalen gaat over vingerhoeden en is gedateerd april 1698.
Het verhaal werd door de generaties heen mondeling overgeleverd totdat het in
1935 werd opgeschreven.
De schrijver was nogal breedsprakig en ik heb het voor deze gelegenheid tot de
essentie teruggebracht.
Het gaat als volgt:
Buiten de landpoort, een stadspoort van Vianen (bij de grote kerk -
afgbroken 1858), stond de vingerhoed molen
van de achtbare schepen Wim van Rijssel. Mogelijk aangedreven door de
Zederik een beekje van Hagestein door Vianen langs de Lijnbaan naar Lexmond.
Hij trachtte daar met zijn knechten: Johannes Verstaete. Claes Valekenaer,
Wessel Hermensz, Hendrik Manassen en Manas Hendriksz het dagelijks brood te
verdienen.
Als hij na volbrachte dagtaak 's avonds in zijn prieeltje zat tussen de
fruitbomen van zijn hof, dat zich uitstrekte van zijn huis en fabriekje tot de
Eikelendreef en verder begrensd werd door de Varkensweide en de oude boomgaard
langs de Gemeente- weg, voelde bij zich tevreden.
Hij was een rijk man. Maar op die zondag in 1698 gebeurde het. Zijn buurvrouw
was Elsie Vroon. die samen met haar man Hendrik Vroon, een kleine boerderij
bezat en ook een paar huisjes in de stad.
Zij waren eenvoudige mensen maar ook watje noemt in goede doen. Elsie werkte
hard, maar naast koeienmelken en het maken van kaas en boter was ze ook
abnormaal nieuwsgierig.
Op die zondagochtend was het doodstil, iedereen was naar de kerk, ook haar man
en de familie van Rijssel.
Elsie keek naar de vingerhoedmolen en naar het huis van haar buren. daar was ze
nog nooit binnengeweest. De van Rijssels groetten wel vriendelijk dat is waar,
maar deze mensen waren zo deftig.
Wat moesten die vingerhoedjes een goede business zijn. Het zou wel erg deftig en
mooi in het huis van de van Rijssels zijn!
0, wat was Elsie nieuwsgierig ze wilde die luxe graag zelf zien. Elsie kon zich
onmogelijk bedwingen, sloop naar het huis van de van Rijssels en keek door het
keukenraam.
0, wat zag ze prachtige spullen, was de deur op slot? Ja, die was dicht maar
een klein raampje stond op de haak zodat Elsie de deur ontgrendelen kon.
Ze hoorde het gezang in de kerk en wist dat ze een tijdje niet gestoord zou
worden en Elsie sloop naar binnen. Ze zwom in nieuwsgierigheid en pakte een paar
luxe dingen op om ze wat beter te bekijken. Helaas, althans voor Elsie, was de
meid van de van Rijssels thuis, zittend in de kelder waar ze een stiekeme slok
van de wijn nam.
De meid hoorde de geluiden in het verondersteld lege huis, dacht dat de van
Rijssels al uit de kerk kwamen, liep snel de trap op en betrapte Elsie Vroon op
heterdaad. De twee vrouwen schrokken zich wild en begonnen van de weeromstuit
elkaar uit te schelden en Elsie vluchtte naar huis.
Toen Willem van Rijssel, de vingerhoed maker, thuis kwam van de kerk, vertelde
de meid hem wat er gebeurd was en omdat het op inbraak leek, ging Willem naar de
schout.
Er was echter maar een getuige en daarom eiste Willem van Rijssel dat de tweede
getuige gebruikt moest worden, namelijk de pijnbank.
De schout haalde Eisie Vroon op van huis en zij onderging de verschrikkelijke
behandeling op de pijnbank, maar ze bekende niet.
Elsie had haar man niets over haar bezoek aan het huis van de van Rijssels
verteld,maar toen ze gekneusd en bont en blauw thuis kwam, moest ze wel.
Elsie's echtgenoot werd woest over de beschuldiging van de vingerhoedmaker want
hij geloofde zijn vrouw.
Hij wist dat ze nieuwsgierig was, maar een dief dat nooit. Hij kreeg een idee,
hij dacht wat vingerhoedman kan, kan ik ook en ging naar de schout.
Schout", zei Hendrik, "de vingerhoed maker heeft nu bij mij ingebroken, ik heb
maar een getuige en nu wil Ik de vingerhoedmaker op de pijnbank legt wordt."
De schout echter weigerde dit en Hendrik, Elsie's man, was woedend over deze
rechtsongelijkheid en zwoer, zelf wraak te nemen.
In de nacht van 2 juli 1698 stak Hendrik met zijn familie het huis van Willem
van Rijssel in brand. Zowel huis als vingerhoedmolen brandden tot de grond toe
af.
Hendrik en Elsie wachtten het oordeel van het gerecht maar niet af en
vluchtten nog dezelfde nacht naar Amsterdam.
De Vrouwe van Vianen,
Hare Exellency Mevr. de Gravin Douarière van der Lippe schreef haar secretaris.
"Ik deel, ten uiterste in het ongeluk de goede van Rijssel en zijn vrouwen ik
wil dat er, voor zover mogelijk, een strenge en voorbeeldige straf zal gedaan
worden". Waarom dit lang verhaal? Het vertelt ons namelijk een paar dingen uit
onze rijke vingerhoedgeschiedenis we tot voor kort niet wisten.
- We leerden de namen kennen van een paar gewone arbeiders, de mensen die
werkelijk de vingerhoeden maakten
- Het verhaal onthult de hoge sociale status van de vingerhoedmakers. W van
Rijssel was schepen, hetgeen nu te vergelijken is met wethouder. Hij rijk en had
kennissen onder de adel.
- Het verhaal bewijst dat Willem Rijssel de eigenaar van de Vianen 2 fabriek
was, maar geeft ook een goede reden waarom Willem zijn vroegere Amsterdam
fabriek in 1703 weer opstartte.
- En het verhaal ontsluiert ook waar Vianen 2 stond. Verder zoeken op plaats
leverde tot grote verrassing gietsels van vingerhoeden op!
E.e.a met dank
overgenomen uit
" De Vingerhoed"
Nr 17 maart 1987
Tot zover dit verhaal,
Top
|